Nieuwe Horeca-cao 2025 is een feit
Nieuwe Horeca-cao 2025 is een feit

De afspraken zijn tot stand gekomen in het cao-overleg tussen de onderhandelingsdelegaties. We hebben nog steeds te maken met een significante stijging van het wettelijk minimumloon (WML). Het WML wordt vastgesteld door de overheid, hier hebben KHN en de vakbonden geen invloed op. Aan de ene kant willen we een aantrekkelijke sector zijn en blijven op de arbeidsmarkt, maar aan de andere kant hebben ondernemers te maken met kostenverhogingen en staan marges onder druk. De uitdaging was er om tot een loonsverhoging te komen die recht doet aan beide zaken.
De belangrijkste afspraken:
- De looptijd is 24 maanden
- Er zijn meerdere momenten van collectieve loonsverhogingen
- De leeftijd van de vakvolwassen vakkracht wordt verlaagd van 21 naar 20 jaar
- De periodieken in de loontabel voor vakkrachten zijn niet meer bepalend, maar richtinggevend. Dat wil zeggen: werkgevers krijgen meer mogelijkheden om een eigen beloningsbeleid toe te passen
- Er wordt een loyaliteitsverlof (extra vakantie-uren) ingevoerd voor werknemers die 10 jaar of langer in dienst zijn bij hetzelfde bedrijf
- Er zijn afspraken gemaakt over een betere werk-privébalans
- De minimum stagevergoeding is verhoogd naar 400 euro per maand en de regeling is verduidelijkt.
Hervorming functiegebouw en instellen beroepscommissie
In 2024 is gewerkt aan de hervorming van het functiegebouw. Een verbeterde website en duidelijke functieomschrijvingen maken het vinden van de juiste referentiefunctie eenvoudiger. Op het moment dat door de nieuwe indeling een werknemer lager uitkomt in functiegroep, blijft hij voor de duur van zijn contract recht houden op het loon uit zijn oude hogere schaal. Mocht een medewerker in een schaal hoger uitkomen, dan dient het salaris aangepast te worden naar deze hogere schaal. Als er discussie ontstaat tussen werknemer en werkgever over de indeling, dan kunnen partijen zich vanaf 2025 wenden tot de Beroepscommissie Functie-indeling Horeca (BFH). Hierdoor kan een gang naar de rechter voorkomen worden.
In geval van promotie naar een hogere functie word je ingeschaald in de nieuwe functiegroep. Het salaris wordt dan met minimaal 1% verhoogd. Dit nieuwe salaris moet wel tenminste het basisloon zijn van de nieuwe functie waarin je bent ingedeeld.
Loonsverhogingen
De nieuwe cao kent een aantal loonsverhogingen. Voor vakkrachten in functiegroep I en II geldt dat deze functiegroepen worden samengevoegd. Het basisloon blijft het WML. Het eindloon wordt opgehoogd, zodat werknemers in deze functiegroep groeimogelijkheden hebben. Deze functiegroep volgt steeds de verhogingen van het WML en ook de feitelijke lonen van werknemers in deze schaal zullen met dit percentage worden verhoogd. Concreet betekent dit dat de feitelijke salarissen per 1 januari 2025 met 2,75% stijgen. Dit geldt ook voor werknemers die meer dan het eindloon verdienen. Zodra de overheid de hoogte hiervan heeft bekend gemaakt, wordt de loontabel hierop aangepast.
Voor de vakkrachten in functiegroepen III t/m XI zijn verhogingen per 1 januari en 1 juli 2025 en 1 januari 2026 afgesproken. Zowel de feitelijke lonen als de loonschalen worden met dit percentage aangepast. Alleen de basislonen in functiegroep III t/m V worden met een hoger percentage opgehoogd. Reden is dat door de verhogingen van het WML deze basislonen worden ingehaald en daarmee er geen onderscheid meer zou zijn in het basisloon van functiegroep I en V. Dat is een onwenselijke situatie.
Samengevat gaat om de volgende verhogingen:
1 januari 2025: 2,5%
1 juli 2025: 1%
1 januari 2026: 2,5%.
Let op, bovenschaligen hebben ook recht op deze cao-verhoging, behalve bij de verhoging per 1 juli 2025.
Werknemers moeten wel minimaal 12 maanden in dienst zijn om voor deze verhogingen in aanmerking te komen. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over structurele verhogingen buiten de cao om die al gegeven zijn of die nog gegeven gaan worden. Deze mogen worden verrekend met de cao-verhogingen van het betreffende jaar.
Voor vakkrachten gaat verder gelden dat zij vanaf 20 jaar vakvolwassen zijn en dus recht hebben op minimaal 100% van het basisloon in hun schaal. Deze leeftijd was 21 jaar. Vakkrachten van 18 en 19 jaar gaan ook iets meer verdienen. Let op, dit geldt dus alleen voor vakkrachten en niet voor de niet-vakkrachten.
Voor niet-vakkrachten en BBL-studenten geldt dat de loonsverhogingen van het WML worden gevolgd. Per 1 januari 2025 wordt de loontabel dan ook aangepast met een 2,75% verhoging. Mocht een niet-vakkracht al meer verdienen dan het loon in de nieuwe tabel, dan heeft hij of zij verder geen recht op verhogingen. Op 1 juli 2025, 1 januari en 1 juli 2026 stijgt het WML opnieuw. Zodra de overheid de hoogte hiervan heeft bekend gemaakt, wordt de loontabel hierop aangepast.
Stagevergoeding
De staffel van de minimale stagevergoeding wordt veranderd. Vanaf 2025 geldt voor BOL- en HBO-stagiaires een minimale stagevergoeding per maand van €400 bruto bij een voltijd stageweek (5 dagen per week).
Loopt de stagiair minder dagen per week stage, dan ontvangt de stagiair een bedrag naar evenredigheid conform onderstaande staffel:
Eendaagse stageweek: € 80
Tweedaagse stageweek: € 160
Driedaagse stageweek: € 240
Vierdaagse stageweek: € 320
Vijfdaagse stageweek: € 400
Er is geen overgangsregeling, dat betekent dat vanaf 1 januari 2025 de stagiair minimaal recht heeft op deze vergoeding.
Werk-privébalans
Het werken in de horeca kan zwaar zijn. Om het werken in de horeca aantrekkelijk te houden, zijn er afspraken gemaakt over de werk-privébalans van werknemers. Werknemers die overwerk- of meeruren hebben opgebouwd krijgen meer regie over wanneer zij deze uren in tijd-voor-tijd kunnen compenseren. Ook wordt er een grens gesteld aan het meeruren waartoe een parttime werknemer kan worden verplicht, net als voor fulltimers.
De loontabel per 1 januari 2025 is hier te vinden.
Nieuwe regels voor werken met kinderen zijn 18 november 2024 ingegaan
Nieuwe regels voor werken met kinderen zijn 18 november 2024 ingegaan
Wijzigingen voor kinderen van 13 en 14 jaar
Het is lastig om kinderen van 13 en 14 jaar te laten werken in de horeca. Zij mogen namelijk niet werken in de ruimte waar alcohol wordt geschonken, niet werken op schooldagen, niet laat in de avond werken en alleen niet-industriële hulparbeid van lichte aard verrichten. Maar heb je wel werk voor ze dat aan alle eisen voldoet, dan kun je deze kinderen mogelijk wat meer inzetten.
Als je toestemming hebt van de OR/personeelsvertegenwoordiging (PvT) of bij afwezigheid daarvan de belanghebbende medewerkers én schriftelijke toestemming van de ouders, dan mogen 13- en 14-jarigen in plaats van tot 19.00 uur tot 20.00 uur werken op niet-schooldagen en in het weekend.
Bovendien mogen ze, wederom met instemming zoals hierboven beschreven, ook op zondagen werken. Als ze op zondag werken, mogen ze niet op de zaterdag ervoor werken én ze mogen in elke periode van 16 weken maximaal 11 zondagen werken.
Wijzigingen voor kinderen van 15 jaar
Ook voor 15-jarigen geldt dat er best wat beperkingen zijn voor werk in de horeca. Ze mogen niet te veel werken, alleen niet-industriële arbeid verrichten en zijn ook beperkt in werktijden. Maar ook hier geldt, heb je werkzaamheden voor 15-jarigen die aan alle eisen voldoen, dan kun je deze groep medewerkers in de toekomst mogelijk wat meer inzetten.
Kinderen van 15 jaar mochten op schooldagen en niet-schooldagen (bijvoorbeeld een losse studiedag) tot 19.00 uur werken. In de gewijzigde wetgeving mogen zij, als je toestemming hebt van de OR/PvT of bij afwezigheid daarvan de belanghebbende medewerkers én schriftelijke toestemming van de ouders, in plaats van tot 19.00 uur tot 20.00 uur werken. In schoolvakanties mochten zij al tot 21.00 uur werken, daar verandert verder niets aan.
Aanscherping werken in ruimtes waar alcohol geschonken wordt
In de Nadere Regeling Kinderarbeid wordt de beperking om kinderen onder de 16 jaar te laten werken in een horecalokaliteit (dat is een ruimte waar alcohol geschonken wordt) opgenomen. In de praktijk lijkt er niet zoveel te veranderen. In principe mag je kinderen onder de 16 jaar niet laten werken in een horecalokaliteit, tenzij zij dit doen in het kader van een stage voor een opleiding. Dit is geregeld in de Alcoholwet. De Arbeidsinspectie handhaaft echter op basis van de Nadere Regeling Kinderarbeid.
Waar op grond van de Alcoholwet nog discussie kon ontstaan tussen het mogelijk schenken van alcohol en het feitelijk schenken van alcohol, is nu in de regeling opgenomen dat op momenten dat er alcohol geschonken kán worden, er geen kinderen onder de 16 jaar werkzaam mogen zijn. Dit betekent in de praktijk dus op de momenten dat je open bent voor gasten, tenzij er hele duidelijke regels (zichtbaar) zijn over schenktijden en het kind alleen werkt op tijden dat er echt niet geschonken kan worden. De boetes van de Arbeidsinspectie zijn over het algemeen niet mals.
Het blijft nog steeds mogelijk om 14- en 15-jarigen een stage te laten lopen in de horecalokaliteit als dit vanuit de opleiding noodzakelijk is. Aan deze regel is niets veranderd.
Op onze site onder downloads is er een document te vinden met alle regels, zoals die nu gelden: Jeugdigen en kinderen in de horeca laten werken.